De ondernemersgids
Hoofdstuk I - Starten met een onderneming
1. Voorwaarden
1.1. Leeftijd
1.1.1. 18 jaar
1.2. Bekwaam zijn
1.2.1. Gefailleerde/ontbonden vennootschap
1.2.2. Niet bekwaam
- De gerechtelijk onbekwaam verklaarden of in staat van verlengde minderjarigheid verklaarden. Deze personen zijn juridisch gezien niet bekwaam om handel te drijven.
- De personen onder gerechtelijk raadsman gesteld of voor wie een voorlopige bewindvoerder werd aangesteld. Deze personen missen de noodzakelijke bekwaamheid om handel te drijven.
1.3. Nationaliteit
1.4. Beroepskaart
1.4.1. Aanvraag bij verblijf in België
1.4.2. Aanvraag bij verblijf buiten België
- het vestigingsattest of het diploma waaruit blijkt dat de gewenste activiteit uitgeoefend kan worden;
- het ontwerp van een vennootschapsakte indien de activiteit binnen een vennootschap uitgeoefend wordt;
- een overnamecontract indien men een bestaande zaak wenst over te nemen.
1.4.3. Voorwaarden
- Een recht op verblijf, m.a.w. een verblijfsvergunning. Als men niet over een verblijfsvergunning in België beschikt, moet men deze aanvragen bij de diplomatieke of consulaire post op hetzelfde ogenblik als de aanvraag van de beroepskaart.
- Het naleven van de reglementaire verplichtingen, verbonden aan de uit te oefenen activiteit. De gewestelijke dienst Economische migratie gaat na of men (en de eventueel op te richten vennootschap) beschikt over de vereiste toegangsvoorwaarden voor de geplande activiteit of het beroep en die eigen zijn aan het te verkrijgen statuut. Bij een hernieuwingsaanvraag wordt er bovendien gecontroleerd of de belastingen en sociale bijdragen correct betaald werden.
- De economische meerwaarde van het project voor Vlaanderen. Men zal onder andere kijken naar het beantwoorden aan een economische behoefte, het scheppen van werkgelegenheid, nuttige investeringen, de economische weerslag op de ondernemingen in België, het bevorderen van de export, een vernieuwende of gespecialiseerde activiteit, enz. Ook het sociale, culturele, artistieke of sportieve nut van de geplande activiteit kan in aanmerking genomen worden. De aanvrager moet zelf alle nodige informatie hiervoor verzamelen om het nut van het project aan te tonen.
- Een uittreksel uit het strafregister van maximaal zes maanden oud, uitgereikt door de bevoegde instanties van het land waar men gemachtigd is te verblijven.
- Een kopie van het diploma met minimaal kwalificatieniveau 4 (VKS 4= niveau secundair onderwijs).
- Een bewijs dat men beschikt over stabiele, toereikende en regelmatige bestaansmiddelen om te voorzien in het levensonderhoud of dat van het gezin (referentiekader is 120% van het leefloon) aan de hand van loonfiches en stortingsbewijzen op de bankrekening.
- Een financieel plan of liquiditeitsprognose. De template daarvoor is te raadplegen op de website.
- Een bewijs van loon dat aan zichzelf uitgekeerd zal worden, al dan niet vervat in het financieel plan.
1.4.4. Procedure
1.4.5. Kostprijs
1.4.6. Aflevering
1.4.7. Geldigheidsduur
- zelfstandige beroepsactiviteit met een economische meerwaarde: gebruikelijke geldigheidsduur van twee jaar;
- zelfstandige beroepsactiviteit met een innovatieve meerwaarde: gebruikelijke geldigheidsduur van drie jaar;
- beroepsactiviteit met een sportieve, culturele of artistieke meerwaarde: de geldigheidsduur staat in verhouding tot de duur van de activiteit die in het Vlaams gewest uitgevoerd zal worden, maar is beperkt tot een maximale geldigheidsduur van drie jaar.
1.4.8. Vernieuwingen
1.4.9. Weigering
- indien de weigering het gevolg is van een beslissing van niet-ontvankelijkheid;
- indien men nieuwe elementen kan aanbrengen;
- indien de aanvraag een nieuwe activiteit betreft.
1.4.10. Vrijstellingen
- de onderdanen van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (lidstaten van de Europese Unie, Zwitserland, IJsland, Liechtenstein en Noorwegen), evenals hun echtgeno(o)t(e), hun bloedverwanten (kinderen en ouders die ten laste zijn) of die van hun echtgeno(o)t(e), evenals de echtgeno(o)t(e) van deze personen, mits zij zich met hen vestigen;
- de echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner van een Belg, hun bloedverwanten (kinderen en ouders die ten laste zijn) en hun echtgeno(o)t(e), mits zij zich met hem vestigen;
- de vreemdelingen die legaal verblijven in een andere EU-lidstaat en er dienstverrichter zijn en die in België een dienst willen komen verrichten. In geval van vestiging als zelfstandige in België geldt deze vrijstelling niet;
- de erkende vluchtelingen;
- de vreemdelingen die hun echtgeno(o)t(e) bijstaan of vervangen bij de uitvoering van een zelfstandige activiteit;
- de onbezoldigde bestuurders in bijberoep;
- de vreemdelingen die in België een zakenreis ondernemen of conferenties geven en dat voor een periode van maximaal 90 dagen binnen een periode van 180 dagen;
- de vreemdelingen die geen hoofdverblijfplaats hebben in België en hier conferenties geven, voor zover de duur van het verblijf, nodig voor hun prestaties, geen 90 dagen binnen een periode van 180 dagen overschrijdt;
- de buitenlandse journalisten, de sportlui, de artiesten en eventueel hun zelfstandige begeleiders die geen hoofdverblijfplaats hebben in België en hier prestaties verrichten in het kader van hun beroep en dat voor maximaal 90 dagen binnen een periode van 180 dagen;
- de buitenlandse studenten die in het kader van hun studie stage lopen en dat voor de duur van hun stage;
- de vreemdelingen die in België een stage lopen die kadert in een goedgekeurd programma van ontwikkelingssamenwerking of een uitwisselingsprogramma gebaseerd op wederkerigheid en dat voor de duur van het programma;
- de vreemdelingen die houder zijn van een geldige IKV (identiteitskaart voor vreemdelingen), of van een geldige BIVR (bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister) voor onbeperkte duur;
- de vreemdelingen ingeschreven op het tableau van de Orde van advocaten of op de lijst van stagiairs.
1.4.11. Onderbreking of stopzetting
1.5. Beschikken over de burgerrechten
1.6. Opstellen ondernemingsplan
- een kort cv (wat zijn de voornaamste kwaliteiten en kenmerken van de kandidaat-ondernemer, welke tijd er kan besteed worden aan de eigen zaak, ...) en een beschrijving van de voorgenomen activiteiten;
- de gewenste rechtsvorm (vennootschap of eenmanszaak) met omschrijving van de redenen;
- de beoogde doelgroep;
- in welke behoefte het product of de dienst voorziet, op welke trends men hiermee inspeelt (hiervoor moeten de kansen en de bedreigingen in kaart gebracht worden);
- waarin men zich onderscheidt ten opzichte van concurrenten (hiervoor moeten de sterke en de zwakke punten opgesomd worden);
- een marketingvisie. Wat is de prijs van het aangeboden product of dienst? Hoe zorgen voor promotie? Waar vindt de verkoop plaats en hoe gebeurt de distributie?;
- het financieel plan. Wat kosten de beoogde activiteiten en wat leveren ze op? In het financieel plan maakt men een schatting van alle inkoop- en productiekosten en van de omzet die daartegenover staat, het liefst over een periode van drie tot vijf jaar. Hoe zit het met de liquiditeitsplanning? Wanneer komt er geld binnen en wanneer gaat er geld uit? Welke zijn de vaste kosten (sociale bijdragen, huur, verzekeringen, auto...)?